Neem contact op met Innoplus
  • Over Inno+
    • Vacatures
  • Markten
    • Varkens
    • Pluimvee
    • Kalveren en rundvee
    • Mestverwerking
    • Insecten
  • Contact
  • Nederlands Nederlands Nederlands nl
  • English English Engels en
  • Deutsch Deutsch Duits de
Inno-plus
  • Luchtwassers
    • Pollo
    • Porcus
    • CompoLiner
  • Producten
    • Triple EEE warmteterugwinning
    • INDICO luchtkoelsysteem
    • Warmtepomp
    • Airconditioning
    • Data
      • Milieurapport
    • 4G climate
  • Referenties
  • Nieuws
    • Nieuws
    • Nieuwsbrief
  • Downloads
    • Whitepapers
    • Case studies
  • Menu

Regels – ‘Lets change the game’ – te groot betekent te duur

In mijn eerste artikel beschreef ik de algemene uitdagingen waarvoor we staan en de mogelijke oplossingen voor elk van die uitdagingen. In de volgende vier artikelen, die de komende maanden zullen verschijnen, zal ik meer in detail ingaan op elk specifiek gebied. Deze week wil ik het hebben over het belang van regels, certificering en onze visie op een redelijkere aanpak van luchtwassers.

Strategie tot 2030

Nu luchtwassers een feit zijn in België, zal de praktische uitvoering het volgende punt op de agenda zijn. Hoe ontwikkelen we een strategie om de doelstellingen die voor 2030 worden gesteld te halen en er tegelijkertijd voor zorgen dat de boeren er baat bij hebben? We kunnen van andere landen leren hoe het beter kan, maar ook hoe het niet te doen. Het is de verantwoordelijkheid van de regering om een solide plan uit te werken dat iedereen ten goede komt en de zaken in evenwicht houdt. Alleen dan zullen we slagen.

Strategie tot 2030

De regels

Luchtwassers bestaan al tientallen jaren en werd geïntroduceerd als een manier om een verscheidenheid van milieuproblemen aan te pakken wat betreft de luchtkwaliteit bij het verlaten van een stal in de veehouderij. Velen mensen zeggen dat het een plaats heeft gevonden omdat we er niet in zijn geslaagd de processen in de stal aan te pakken die buitensporige emissies veroorzaken. Daar zit een kern van waarheid in, maar we kunnen niet negeren dat dierlijke productie zeer dynamisch is en dat de pure aard ervan betekent dat er altijd wel wat rommel op te ruimen valt.

Dit is waar luchtwassers om de hoek komen kijken, omdat het een niveau van garantie biedt wanneer het stalproces een uitdaging wordt. Op basis van deze veronderstelling ontwikkelden wetenschappers protocollen om de luchtzuivering en de effecten van luchtwassers op de emissiereductie te meten. Uit de wetenschap kwamen richtlijnen en een basis voor testen en certificering voort.
Het proces van testen duurt meestal minimaal 1 jaar (zomer- en winterseizoen), maar kan langer duren, afhankelijk van hoe de beoordeling verloopt.

Het resultaat is een luchtwasser met een goedkeuringsstempel, waarin staat dat het bepaalde reductieniveaus wordt bereikt op basis van “X” procent van de lucht die het gebouw verlaat.

In Europa is de geaccepteerde norm dat als minimaal 70% van het maximale luchtvolume wordt gereinigd, de luchtwasser in staat moet zijn een goed reductieniveau te bereiken. Iets wat door de meeste planningsautoriteiten zou wordt aanvaard.

Met een één- of meer-traps luchtwasser kunnen de volgende resultaten bereikt worden dankzij bewezen of gecertificeerde technologie:

  • Ammoniak – 70 tot 90%
  • Geur – 30 tot 40%
  • Stof – 80 tot 90%
Beste beschikbare technieken

Beste beschikbare technieken

Richtlijnen hiervoor zijn tegenwoordig opgesteld in de algemeen aanvaarde BBT (beste beschikbare technieken) –  met name hoofdstuk 4, waar de uitvoering van de luchtafzuiging aan het einde van de pijp wordt behandeld.

Maar is dit wel praktisch?

De BBT is een leidraad of protocol voor luchtverontreiniging. Het is gebaseerd op ervaringen uit landen waar het beheer van luchtemissies meer is ontwikkeld, namelijk Duitsland en Nederland. De conclusie is dat terwijl het de boer helpt om een ‘license to produce’ te verkrijgen (de productie uitbreiden maar niet bijdragen aan de milieubelasting), het niet de noodzakelijke elementen biedt om het bredere probleem van de uitstoot van vee op nationaal niveau aan te pakken.

70%+ luchtwassing gaat gepaard met hoge kosten, omdat de vereiste systemen groot zijn. Dit betekent dat veehouders met krappe marges waarschijnlijk niet zullen overgaan tot toepassing tenzij ze ertoe gedwongen worden. En anderen met een gevestigd belang zoals supermarkten die zou kunnen helpen met de kosten, zullen er waarschijnlijk ook niet voor betalen totdat het te pijnlijk wordt in termen van merkschade. Bovendien hebben we een systeem gecreëerd waar dat agrarische ondernemers die milieuvriendelijke gebouwen neerzetten bestraft worden. En het huidige gebouwenbestand (oude gebouwen waar het grootste probleem ligt) ongemoeid laat.

Kortom, de regels werken niet.  Als we de emissiedoelstellingen tegen 2030 echt willen halen en landbouwers willen helpen hun bedrijf te beschermen, moeten we anders gaan denken.

Dus wat is het alternatief?

Gedeeltelijk luchtwassen

Voor wat betreft ventilatie opereert een luchtwasser ongeveer 5-10% van het jaar op maximaal vermogen. Dat betekent dat gedurende de rest van de tijd het ventilatie niveau aanzienlijk lager is. We kunnen er dus van uitgaan dat een luchtwasser voor 90-95% van zijn levensduur over gedimensioneerd is. Te groot betekent te duur. Daar komt nog bij dat grote luchtwassers operationeel gezien een grotere Carbon Footprint hebben. Dus ja, we kunnen dit beter doen.

Door de emissiereductiedoelstelling te verlagen van bv. 90% naar 60%, kunnen we de omvang van luchtwassers aanzienlijk beperken. De voordelen hiervan:

  1. Het wordt betaalbaarder en dus een redelijkere oplossing voor de boeren in kwestie.
  2. Lagere aanschafkosten betekent dat boeren eerder zullen investeren en dat een hoger percentage luchtwassers operationeel zal zijn tegen 2030. Daarom een hoger eindresultaat.
  3. Tevreden boeren betekent minder strijd, geen tractoren op de snelweg, en geen bezoeken aan persoonlijke verblijven van politici.

Kleine compacte luchtwassers, in combinatie met een subsidie van 40%, zullen het voor de Agrarische ondernemers perfect betaalbaar maken om te investeren.

Gedeeltelijk luchtwassen
Op feiten gebaseerd luchtwassen

Op feiten gebaseerd luchtwassen

Een ander probleem dat moet worden aangepakt en misschien niet het gemakkelijkst op te lossen is, is de vermindering van de luchtverontreiniging te baseren op reële cijfers. Momenteel worden de meeste vergunningen verleend op basis van emissiecijfers die meer dan 20 jaar geleden zijn opgesteld toen de gebouwen en de veehouderij zich nog in een heel andere situatie bevonden. Dit betekent dat er een grote veronderstelling wordt gemaakt over wat de emissies zijn in plaats van te kijken naar wat er werkelijk gebeurt. We zien nu dat boeren die gegevens bijhouden over het klimaat in hun stallen met de autoriteiten kunnen onderhandelen over de emissieniveaus die moeten worden verlaagd en dat deze worden aanvaard. Wat een positieve stap voorwaarts is. De meeste boeren beschikken echter niet over informatie op dit niveau en blijven onderworpen aan de officiële richtlijnen.

We hebben nu de ervaring dat agrarische ondernemers die normaliter gedwongen werden om een 70%-luchtwassers te installeren een luchtwasser mogen installeren die slechts 20% van de lucht zuivert.

Drie benaderingen

Voor het merendeel van de ondernemers in België moeten we dus een manier vinden om het probleem niet langer centraal te stellen en het voor hen aantrekkelijk te maken om mee te doen. Realistisch gezien zullen we een combinatie van drie benaderingen zien:

  • Huidige gecertificeerde methoden – waar de autoriteiten zullen aandringen op reductieniveaus gebaseerd op de wens om de plaatselijke milieubelasting te minimaliseren. Dit betekent dat men zich zal moeten houden aan de officiële “certificatieregels” zoals die zijn vastgelegd in de DLG, BWL of Vera. En dat men zich zal moeten bezighouden met 70-100% van het maximale luchtvolume dat door de stal wordt uitgestoten.
  • Gedeeltelijke luchtwassen – landen die grote luchtwassers realiseren zullen het moeilijk krijgen om de milieudoelstellingen te halen. Een andere aanpak door de vereiste reductieniveaus te verlagen en de boeren met zware subsidies aan te moedigen zou moeten leiden tot grootschalige actie. In feite wordt het probleem gedecentraliseerd. Het resultaat: meer kleine luchtwassers om een groter netto-effect te creëren. De regels hiervoor zullen nog steeds gebaseerd zijn op theoretische emissiecijfers.
  • Op feiten gebaseerd luchtwassen – het gebruik van op veehouderijen gebaseerd bewijsmateriaal in de vorm van historische klimaatgegevens om overeenstemming te bereiken over de reductieniveaus voor vergunningen.

Certificering

Om dit correct te doen en de ondernemer niet met onnodige problemen op te zadelen is certificering van cruciaal belang! We kunnen van Nederland leren wat er gebeurt als iedereen een doos aan het eind van een gebouw mag bouwen en installeren. In veel gevallen bestaat dan de situatie dat slecht onderbouwde producten niet correct werken. Dit houdt in dat boeren uiteindelijk twee keer moeten investeren omdat de luchtwasser het laat afweten. Een degelijk protocol en certificeringsmodel voor luchtwassing verkleint het risico dat dit gebeurt.

Certificering is van cruciaal belang - DLG certificaat

Tenslotte

We moeten een beter alternatief ontwikkelen voor wat we nu hebben dat alle partijen ten goede komt. Een oplossing die de boeren weer laat glimlachen. We zien wat er in Nederland is gebeurd en dat wil niemand.

De boeren en de overheid hebben hier iets te winnen. Blijven ondernemen met een goede winst en tegen 2030 een aanzienlijke reductie bereiken. Als we samen dingen willen bereiken moeten we samenwerken.

Meer informatie over onze systemen

  • Luchtwassers
  • Triple-EEE
  • Warmtepompen
  • Indico droge koeling

Meer interessante nieuwsitems

  • Rendement op investering met Triple-EEE
  • Gecertificeerde luchtwassers
  • Koeling
  • Triple-EEE luchtvoorverwarming
  • Carbon Footprint

Optimaliseer ook uw bedrijf

Als u een afspraak wilt maken om te zien wat er mogelijk is om uw bedrijf te optimaliseren kunt u contact opnemen met:

Pieter Hanssen
Telefoonnummer: +31 6 10 49 96 79
Email: Pieter Hanssen  phanssen@inno-plussystems.com

Óf vul het onderstaande formulier in…


    Pieter Hanssen - Sales Manager
    Inno-plus logo

    Maasbreeseweg 50
    5981 NB Panningen
    +31(0)77 – 4657360
    info@inno-plussystems.com

    © Inno+ BV | disclaimer | privacystatement | verkoop- en leveringsvoorwaarden
    Scroll naar bovenzijde