Omgaan met de uitstoot van vee in België voor 2030
Dit is de eerste in een reeks artikelen die ik besloten heb te schrijven in verband met mijn werk in de Belgische veehouderij. Het afgelopen jaar heb ik veel boeren en andere belanghebbenden uitgelegd wat de zakelijke voordelen zijn van gecertificeerde luchtwassers en energieterugwinning. Ik wil daarom van deze gelegenheid gebruik maken om mijn gedachten en ideeën te delen over hoe we de uitdagingen waarvoor we staan kunnen aanpakken en ze moeten omzetten in een kans voor iedereen.
Deze maand behandel ik daartoe een aantal belangrijke en actuele aspecten en geef enkele toekomstig gerichte adviezen. Veel leesplezier, er komt nog meer.
Drie vragen
In België, zoals in de meeste landen van Europa, worden veel vragen gesteld over de stikstofdiscussie en de aanpak daarvan. Uiteindelijk komt het neer op drie fundamentele vragen:
- Willen we lokaal geproduceerd vlees?
- Willen we het op een duurzame manier?
- Wie gaat ervoor betalen?
In de komende acht jaren moet de Belgische veehouderij zijn emissiedoelstellingen halen. Dit zal veel uitdagingen met zich meebrengen. De varkenssector moet zijn aandeel met 30% verminderen. Degenen die overblijven zullen hun emissies verder moeten reduceren. Dit door het probleem bij de bron aan te pakken of via een ‘’end of pipe’’ systeem. Ook wordt van elke varkens- en pluimveehouder verwacht dat de ammoniakuitstoot over het hele jaar met gemiddeld 60% vermindert. Dit heeft gevolgen voor ongeveer 2800 varkens- en 800 pluimveestallen, wat neerkomt op een aanpassing van gemiddeld 450 bedrijven per jaar gedurende de komende 8 jaar.
Hoe gaan we dit aanpakken?
Wij moeten voor onze boeren een praktische manier vinden om deze doelstellingen op de best mogelijke manier te behalen. De eerste stap is om bronnen van emissies onder de loep te nemen om te zien waar we kunnen verbeteren. Vervolgens kijken we hoe we de resterende vervuiling aan het einde van het proces aanpakken. De traditionele aanpak is om een grote luchtwassers aan het eind van het gebouw te plaatsen om te overcompenseren. Dit is prima en zeker veilig. Wat we echter hebben geleerd is dat dit in de praktijk niet altijd werkt, vooral als we het grotere probleem van het bereiken van de nationale emissiedoelstellingen willen aanpakken. Het probleem bij een selecte groep neerleggen, levert niet het vereiste netto-effect op. Wij schatten in dat als wij doorgaan op de weg van de “grote fabriekswassers” we minder dan 10% van de gestelde doelen zullen bereiken. Wij beschikken echter wel over protocollen op basis waarvan deze worden berekend, welke zijn gedefinieerd in de BBT (Beste Beschikbare Technieken).Toen dit document werd gepubliceerd, leunde het zeer sterk op het traditionele denken en de reden waarom het de lezer naar deze benadering leidt.
Wat is het alternatief?
Gedeeltelijke luchtwassers, als de wetgevers gedeeltelijk luchtwassen in overweging neemt, resulteren in een veel aantrekkelijkere aanpak voor iedereen, aangezien de luchtwasser hierdoor aanzienlijk kleiner en veel betaalbaarder wordt. Een gemiddelde uitstootdoelstelling van 70% reductie over het hele jaar versus 70% reductie over elke minuut van het jaar zou de omvang van de luchtwasser met minstens 50% doen afnemen. Dit betekent kleine compacte luchtwassers met minder bedrijfskosten, een betere carbon footprint en realistischere investeringscijfers.
Waarom luchtwassers installeren voor een maximale luchtcapaciteit als we het grootste deel ervan slechts een fractie van het jaar gebruiken? Daar is niemand bij gebaat. Door de omvang en dus de kosten te verminderen komt er een grotere acceptatie. Door ook te kijken naar andere toegevoegde waarde en terugverdienmechanismen kunnen we hier een interessant bedrijfsmodel van maken. Dit versnelt de invoering en stelt ons in staat de nationale doelstellingen sneller te behalen.
Subsidie
Het goede nieuws is dat er in België subsidie beschikbaar is voor wie moet investeren in luchtwassers en aanverwante technologieën. Er is sprake van tot 40% steun voor jonge boeren en 30% voor de oudere generatie. Deze steun wordt berekend over de totale investering voor de installatie van een luchtwasser inclusief bouwkosten.
Energie terugwinning
Een andere manier om kosten om te zetten in een rendement is energieterugwinning. Concepten zoals ons Triple EEE systeem stellen ons in staat om dierlijke energie, verzameld in het waswater van de luchtwasser, te gebruiken om de inkomende lucht in de winter voor te verwarmen. Door de luchtwasser als energiebron te gebruiken kunnen we een rendement op de investering realiseren van minder dan 5 jaar. Ook hiervoor kan men subsidie aanvragen.
Green labeling
Tot slot en om in te gaan op de derde vraag: wie betaalt? Voor voedsel dat op een milieuvriendelijke manier is geproduceerd moet een meerprijs worden betaald. Als de samenleving lokaal geproduceerd en duurzaam vlees wil, dan moet zij daarvoor betalen. Maar om dit te bereiken moeten de “poortwachters” van de industrie, namelijk de supermarkten, zich erbij aansluiten. Als zij dat doen kan het stikstofprobleem effectief worden opgelost.
In Engeland betalen sommige bedrijven een premie van 5 eurocent per kip voor kippen die worden geproduceerd in stallen met luchtwassers; met deze premie kan een boer zijn investering binnen 5 jaar terugverdienen.
Belgische supermarkten: het is aan jullie
Als het in Engeland kan, waarom dan niet hier? Als we 5 eurocent op de prijs van een kip zetten, kan dit gemakkelijk de luchtwassers in België betalen en de consument niet treffen. Het positieve effect voor de industrie zou enorm zijn.
Maak niet dezelfde fouten als wij in Nederland
In Nederland zien we boeren protesteren, files met 1500 tractoren en bezoeken aan huizen van politici. In een land dat velen beschouwen als het land met de meeste kennis en het meest geavanceerde op landbouwgebied, is er duidelijk iets misgegaan. Kunnen we leren van de fouten om te voorkomen dat het over de grens opnieuw gebeurt? Laten we het hopen.
Als de regering met een praktische oplossing komt voor dit belangrijke probleem, dan kan de Belgische veehouderij het rolmodel en de top van de milieuklasse worden.
Als alle boeren kunnen investeren in zo’n duurzaam bedrijfsmodel zoals hierboven beschreven, lopen ze niet alleen voorop in de wereld, maar maken ze ook nog eens een gezonde winst in het proces.
Certificering is van cruciaal belang
We kunnen ook van Nederland leren wat er gebeurt als iedereen luchtwassers mag bouwen en installeren. We noemen de periode tussen 2012 en 2016 meestal de ‘wildwest show’ toen de regels werden versoepeld en ‘the cowboys came to town’.
Mislukte luchtwassers betekent dat boeren ofwel opnieuw moeten investeren ofwel moeten sluiten. Het gevolg is dat iedereen lijdt. Deze mislukkingen hebben namelijk ook gevolgen voor de reputatie van de sector. Een solide protocol en certificeringsmodel verminderen het risico op mislukking en bieden een zekere mate van garantie voor de toekomst. Dit is vooral van belang als gedeeltelijk luchtwassen wordt toegepast, omdat het risico van blootstelling dan groter kan zijn.
Conclusie
Als luchtwassers een van de antwoorden zijn op het stikstofprobleem in België en kan worden omgezet in een bedrijfsmodel via dimensionering, subsidie, gebruik van energieterugwinning en Green labeling, dan ziet de toekomst er rooskleurig uit voor de boeren. Ze kunnen geld gaan verdienen in plaats van uitgeven en tegelijk hun interactie voor duurzame landbouw versnellen. Het is een win-win situatie.
Wij hebben de antwoorden in handen. Als we leren van de fouten die in het verleden zijn gemaakt, goede ideeën van anderen overnemen en samen optrekken is de kans dat we 2030 zo optimaal mogelijk bereiken bijzonder groot.
Voor meer informatie over onze systemen:
Voor meer interessante news items:
Optimaliseer ook uw bedrijf
Als u een afspraak wilt maken om te zien wat er mogelijk is om uw bedrijf te optimaliseren kunt u contact opnemen met:
Pieter Hanssen
Telefoonnummer: +31 6 10 49 96 79
Email: Pieter Hanssen phanssen@inno-plussystems.com
Óf vul het onderstaande formulier in…