Waarom een regenwoud kopen?
Koolstofkrediet ligt op de stoep van de Belgische veehouderij. Dus waarom een regenwoud kopen?
Wat is duurzaamheid? Als het goed of beter agrarisch ondernemen betekent, hoe gaan we dat dan bewijzen? De veehouderij is zo slecht nog niet, maar gebrek aan duidelijke feiten betekent dat er te veel wordt verondersteld; discussies over duurzaamheid worden gebaseerd op subjectieve waarnemingen en niet op feiten, dit leidt tot verwarring.
Sommigen maken hier vaak misbruik van en daardoor eindigen we met een slecht geïnformeerde samenleving die met een beschuldigende vinger wijst op basis van emotie.
Bij Inno+ besloten we onze kennis te verbreden om zo duurzaamheid een cijfer te kunnen geven. Dit zette ons op het goede spoor een zinnige discussie te voeren over de CO2-footprint van de varkens- en pluimveeproductie, en hoe wij als bedrijf iets kunnen doen om dit te verbeteren.
Volgende week zal ik in het laatste artikel van mijn serie ingaan op ‘Green label Farming’ en hoe we de informatie die de carbon scoring oplevert, kunnen omzetten in een winstgevend verdienmodel voor veehouders in België.
Duurzaamheid is een maatschappelijk doel dat er in het algemeen op gericht is dat de mensheid gedurende lange tijd veilig op planeet aarde kan samenleven. Specifieke definities van duurzaamheid zijn moeilijk te definiëren en variëren daarom geregeld. Duurzaamheid wordt gewoonlijk beschreven langs de lijnen van drie pijlers: ecologisch, economisch en sociaal. Dit concept kan worden gebruikt om beslissingen te sturen op mondiaal, nationaal en individueel niveau (bv. duurzaam leven). Voor de veehouderij zijn die drie pijlers meestal als volgt te verdelen:
- Economie – Als onze Belgische boeren niet winstgevend kunnen blijven, is er geen productie en dus geen voedsel.
- Welzijn – Bij deze vorm van veehouderij zijn dieren betrokken. En als wij ze als voedselbron willen gebruiken, verdienen zij op zijn minst een leven dat de moeite waard is en moeten ze een goed welzijn ervaren zolang ze onder onze hoede zijn. Bovendien presteert een dier dat een goed welzijn ervaart beter, is het daarom winstgevender en heeft het minder impact op het milieu.
- Milieu – de vraag naar voedsel met een groeiende bevolking is van een zodanig niveau dat we ervoor moeten zorgen dat we voldoende hulpbronnen hebben om het te verbouwen; tegelijkertijd dienen we er voor te zorgen dat de processen die we gebruiken de planeet niet vernietigen.
De concepten die Inno+ aanbiedt, richten zich op alle drie de gebieden van duurzaamheid; de basis van wat we doen is echter gebaseerd op het verbeteren van de planeet en het verminderen van de milieu-impact van de veehouderij.
Wat is het milieueffect?
Wij stellen ons hierbij de vraag: wat is de impact op het milieu en wat is het voordeel van onze systemen met betrekking tot de duurzaamheid van een stal? Op dat moment realiseerden we ons al snel dat we het antwoord niet wisten. Sterker nog, we wisten niet eens wat de milieu-impact van een varken of kip was. Dus gingen we in zee met de Blonk groep om dit uit te zoeken. Blonk is een expert in LCA-modellen (Life Cycle Assessment) voor de voedingsindustrie. Het idee was om hun modellering te gebruiken om de koolstofbelasting van veehouderijen te meten om de basislijn te vinden, en dan Inno+ systeemprestatiecijfers toe te passen om de impact van onze concepten op de basislijncijfers te berekenen.
Resultaten
De resultaten hebben wij in een verslag geformuleerd.
Koolstofvoetafdruk
Gewapend met deze informatie kunnen we nu een koolstofevaluatie maken van een bepaalde productie en bepalen welke impact onze systemen hebben op het CO2-profiel van het bedrijf. Natuurlijk kunnen we dramatische schommelingen in reductie zien, voornamelijk veroorzaakt door de impact die onze luchtvoorverwarming kan hebben. Een belangrijk element van het profiel is het voedergebruik, en afhankelijk van hoe het klimaat voorheen werd beheerd, zien we verbeteringen in het voedergebruik van tussen de 4-10%. Enkel deze verbetering kan al een dramatisch effect hebben op het CO2-profiel.
Is de Belgische samenleving misleid?
Wat ons opviel was dat in het algemeen de CO2-impact van varkens- en pluimveevlees, per kilogram vlees ongeveer 4 kg bedraagt. Als we dan bijvoorbeeld de gemiddelde vleesconsumptie van Europeanen per jaar bekijken (ongeveer 50 kg), en dit vermenigvuldigen, dan is de gemiddelde CO2- belasting per individu m.b.t. vleesconsumptie ongeveer 200 kg per jaar. Wanneer we dit vergelijken met de algemene score per individu van de bevolking (gemiddeld 10.000kg/jaar), dan is de milieu-impact van vleesconsumptie relatief laag, namelijk 2%. Dit cijfer houdt natuurlijk geen rekening met vervangende voedselalternatieven (naar schatting 1,3%). Relatief laag betekent natuurlijk niet dat we de noodzaak om nog verder te verminderen moeten negeren. Emotie zal het vingerwijzen blijven stimuleren, en we moeten alles doen wat in ons vermogen ligt om de sector “schoon” te houden.
Koolstofkrediet – Inno+ top van de klas
Door ons werk werden wij aangemoedigd om onze prestaties na te gaan m.b.t. ons CO2-profiel, en de impact die onze systemen hadden in relatie tot onze koolstofvoetafdruk. Er waren een aantal belangrijke redenen om dit te doen:
- Onze klanten het bewijs leveren van de voordelen die Inno+ hen oplevert met betrekking tot CO2-vriendelijkheid van leveranciers.
- Om grotere organisaties te laten zien welke voordelen onze systemen kunnen bieden op grotere bedrijfsterreinen (meerdere stallen). Dit kunnen integraties zijn, voederbedrijven of retailers (supermarkten). Allemaal op zoek naar koolstofkrediet welke meer lokaal voordeel opleveren; in tegenstelling tot het kopen van credits om er goed uit te zien.
- Regeringen – door duidelijke regels vast te stellen voor de emissiereductie van veebedrijven, zou het netto-effect significant beter kunnen zijn. Bovendien, als er dan toch subsidies moeten worden betaald, waarom dan niet op basis van de werkelijke cijfers over de verbetering van CO2 uitstoot als onderdeel van de “license to produce”. Zo kunnen ze tegelijkertijd koolstofkrediet verkrijgen.
- Retailers – door een merkstrategie te ontwikkelen rond ‘Green Label Farming’ in verband met de emissiereductie van veehouderijen, en op deze manier daarvoor een kleine premie te vragen, zou dit de boeren al een heel eind op weg kunnen helpen om de huidige emissiedoelstellingen te halen. Dit zou als “Carbon credit” kunnen fungeren voor de betrokken bedrijven en merken.
Voor meer informatie over onze benadering van het meten van duurzaamheid en CO2-score:
- Milieurapport
- CO2-profiel